Alpe d’HuZes 6-6-2019 Koersdag
—-
Om 2:45 gaat m’n wekker.
Snel koffie, eten, poepen, wassen, poetsen, aankleden en weg.
In die volgorde anders klopt het niet in m’n hoofd, vandaag moet alles kloppen.
Strak om 3:30 in de bus voor de afdaling.
Onderaan de berg is het koud.
Temperatuur is moeilijk in te schatten, maar het is “harde tepels koud”.
De gezonde spanning die ik normaal voel voor een wedstrijd heeft vandaag plaats gemaakt voor angst.
Angst voor “De Berg”.
Toen Richard mij vlak na het overlijden van m’n vader vroeg of ik weer mee wilde doen aan de Alpe d’HuZes, twijfelde ik maar heel kort.
Ik dacht ik pak ‘de Alpe’ er wel bij, ff doorhalen zo na de marathon. Dat zal me helpen met verwerken, maar die Alpe is en blijft wel een dingetje.
Die 21 bochten doe je niet even uit het niets.
Mijn zelfvertrouwen kreeg en knauw toen we hier zondag aankwamen en net ook weer toen we berg afreden.
Met Gerdien en Richard start ik in het eerste startvak.
De eerste vlakke kilometer krijg ik het nog niet echt warm, maar in de kilometers daarna ben ik toch blij met m’n korte mouwen en korte broek.
De donkere, mistige berg ontwaakt langzaam.
M’n lijf ontwaakt mee, alleen m’n maag protesteert.
Kort na een maaltijd hardlopen vindt m’n maag niet fijn.
Het is even niet anders er moet toch brandstof in de motor.
De berg is weer mooi, vredig en stil.
Met alleen het geluid van krakende kettingen, gehijg en vogels die wakker worden.
M’n hartslag is laag maar m’n ademhaling hoog.
Helemaal in 1 keer naar boven lopen zoals in 2016 zit er dit jaar niet in. Door ‘global warming’ is de berg dit jaar een stuk hoger en steiler dan voorgaande jaren.
Richard heeft het gelukkig zwaarder dan ik, dat doet me goed.
Ik loop meters voorop, kijk af en toe achterom om te zien hoe Gerdien hem mentaal omhoog sleept.
In de bochten wandel ik steeds even tot ze weer bij zijn.
In bocht zoveel hoor ik de klanken van “Sweet Caroline” van Neil Diamond. Toeval?
M’n hart glimlacht, ik krijg een gebroederlijke tik op m’n schouder van Richard ‘het moet zo zijn John’ zegt hij met een lach.
Van binnen lach ik de hooikoorts verschijnselen weg.
Een paar bochten verder wijst Gerdien me op een, op het asfalt geschilderde “Pompeblêden”. Ik glimlach weer.
Ik ben gekomen om kapot te gaan en zo m’n emotie te zoeken maar de 2 uur 13 die we over deze klim deden is niet genoeg om kapot te gaan.
We besluiten nog een keer af te dalen om wandelend weer omhoog te komen. “Piece of cake!”
Maar het valt gelijk al tegen, na een kilometer of 3 wordt het warm op de berg.
Gerdien zegt dat we de mist in gaan.
We weten alle drie niet of ze dat letterlijk of figuurlijk bedoeld.
Op een gegeven moment lijken alle bochten op elkaar, en moet ik echt op de borden kijken om te weten in welke bocht ik nu weer kapot ga.
De mist trekt langzaam weg en de zon komt door, het is ineens bloed verziekend heet. De laatste 5 kilometers zijn echt een gevecht, het praten is ons vergaan.
Het lijkt er even op dat de berg het van ons gaat winnen, wat zijn die laatste 4 bochten verraderlijk lang.
Uitgeput en vol zelfmedelijden bereiken we uiteindelijk de top en de finishlijn.
In drie Alpe d’HuZes editie’s ben ik totaal 6x te voet naar boven gegaan.
Veel geld op gehaald voor onderzoek, ik krijg m’n ouders er niet mee terug maar ik hoop dat ik iets heb bijgedragen aan genezing en zo leed en onzekerheid kan weg nemen bij nieuwe en toekomstige patiënten.
Mijn Alpe d’HuZes avontuur is hiermee klaar.
Het was geweldig, prachtig, emotioneel en zwaar.
Wat ben ik op die mooie klote berg kapot gegaan, en wat deed ik dat graag.
Ik wil iedereen nogmaals bedanken voor de steun en donaties.
De Alpe d’HuZes is een beleving, een gevoel en is niet te beschrijven.
Je moet het meegemaakt hebben om het te voelen.